OPDRACHT 7
Woordpakket 10
Eindtermen ICT
- 1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
- 3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
- 4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
Leergebieden
- Taalontwikkeling
- Mediakundige ontwikkeling
- Ontwikkeling van het innerlijk kompas
Doelen
- TOtn2 Nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij taalbeschouwelijke termen gebruiken.
- MEva3 Digitale informatievaardigheden ontwikkelen.
- IVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zich.
- IVzv2 Op een efficiënte manier informatie en leerervaringen opnemen, verwerken, weergeven (delen) en deze onthouden en inzetten bij nieuwe ervaringen en in complexere situaties.
Uitleg opdracht
De leerlingen krijgen wekelijks een nieuw woordpakket aangereikt. We verwerken nu woordpakket 10: 'au ou ij ei'. Op maandag krijgen de leerlingen het woordpakket te zien. Ze schrijven na de klassikale instap de woordjes over in hun schrift. Ik geef hen een opdracht mee naar huis. Ze werken op deze site. Ze kiezen eerst: Tijd voor Taal, daarna groep 5 en dan pakket 10. Zo komen ze terecht op een volledige pagina oefeningen. Daar kunnen ze Pacman, Flappy bird, Snake,... spelen. Ze kunnen ook andere oefeningen maken, waar geen spelletjes in verwerkt zijn. Leerlingen die sneller klaar zijn tijdens andere lessen mogen op de computer hieraan werken!
Verantwoording
De leerlingen nemen hun eigen leerproces in handen. We overlopen de woorden op maandag, ze schrijven ze één keer op in hun werkschrift. Daarna worden de leerlingen losgelaten. Op woensdag maken we schriftelijke oefeningen. Op vrijdag doen we het dictee. Tussen deze dagen is het de verantwoordelijkheid van de kinderen om thuis extra te oefenen te maken op de computer. Volgens mij stimuleert dit de leerlingen op een andere manier. Ze zijn altijd heel enthousiast bij de aankondiging van werken op de computer. De oefeningen zijn aangepast aan hun leeftijd omdat ze aansluiten bij Tijd voor Taal 3, de werkschrift waar ze mee werken op school. De leerlingen verwerken de woorden eens op een andere manier waardoor er volgens mij betere leerresultaten zullen resulteren met het dictee. De leerlingen zullen de woorden beter verwerkt hebben.
Deze oefeningen sluiten volgens mij aan bij de volgende eindtermen:
- Eindterm 1 omdat de leerlingen moeten openstaan voor een nieuwe manier van werken. Ze moeten de woordpakketten nog beter willen leren verwerken. Wanneer ze een positieve houding aannemen, zijn ze gemotiveerder wat zal resulteren in meer oefenkansen. Meer oefenkansen resulteert dan weer in betere leerresultaten.
- Eindterm 3 de leerlingen oefenen zelfstandig de woorden op het internet, op een bepaalde website gegeven door de leerkracht.
- Eindterm 4 de leerlingen maken fouten en leren ook weer uit hun fouten. Wanneer ze een woord verkeerd spellen moeten ze opnieuw beginnen. Ze gaan nadenken over hun fout. Ze willen deze fout niet nog eens maken. Wanneer ze dan op vrijdag het dictee invullen, zullen ze extra nadenken bij de woorden. Ze denken misschien terug aan hun fout op de computer!